Vertalingen pass through EN>NL
to pass through | doorheen reizen (ww.) ; doorlopen (ww.) ; doorreizen (ww.) ; doorvaren (ww.) ; doorvoeren (ww.) ; lopen door (ww.) ; reizen door (ww.) |
pass through | afleggen ; aflopen ; doorgaan ; gaan door |
Bronnen: interglot; Vlietstra; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `pass through`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: pass through by boat